Sporten: we weten allemaal dat het goed voor ons is. We maken ambitieuze plannen, schrijven ons in voor de sportschool of kopen een set nieuwe hardloopschoenen. Toch blijken veel goede voornemens na enkele weken of maanden te verwateren. Waarom is het zo moeilijk om consequent te blijven sporten? Het antwoord op deze vraag is complex en heeft te maken met motivatie, gewoontes, externe factoren en zelfs onze biologie.
Motivatie: het eerste obstakel
Wanneer we beginnen met sporten, zijn we vaak enorm gemotiveerd. We zien voor ons hoe we fitter worden, energieker door het leven gaan en misschien zelfs een paar kilo’s verliezen. Maar motivatie is vluchtig. Wat vandaag als een geweldig idee voelt, kan morgen als een opgave lijken.
Dit heeft te maken met hoe onze hersenen werken. Motivatie komt vaak voort uit externe factoren: een inspirerende video, een compliment, een nieuwe outfit of een doel zoals een hardloopwedstrijd. Maar wanneer deze externe prikkels afnemen, verdwijnt vaak ook de motivatie. Intrinsieke motivatie, dus sporten omdat je het echt leuk vindt, is veel krachtiger, maar niet iedereen ervaart dit vanzelf. Wie niet meteen plezier beleeft aan sporten, heeft een groter risico om af te haken.
Daarnaast speelt de zogenaamde ‘instant gratification’ een rol. Mensen houden van directe beloningen. Sporten biedt die zelden. De meeste fysieke voordelen (gewichtsverlies, spieropbouw, betere conditie) zijn pas na weken of maanden merkbaar. Dit kan ontmoedigend werken en ervoor zorgen dat mensen snel afhaken.
Gewoontes opbouwen: eenvoudiger gezegd dan gedaan
Sporten moet een gewoonte worden om het vol te houden, maar gewoontes zijn moeilijk te installeren. Psychologisch onderzoek toont aan dat het gemiddeld 66 dagen duurt voordat een activiteit een automatisme wordt. Dit betekent dat je meer dan twee maanden consequent moet sporten voordat het als een vast onderdeel van je routine voelt.
Daarbij komt dat veel mensen hun nieuwe sportgewoonte te ambitieus starten. Ze willen vier keer per week trainen terwijl ze voorheen nauwelijks bewogen. Dit is vergelijkbaar met een beginner die meteen een roman probeert te schrijven. Het is simpelweg te overweldigend. Wanneer iemand één of twee trainingen mist, voelt dit als falen en haakt men vaak helemaal af.
Een andere uitdaging is dat slechte gewoontes vaak in de weg staan van nieuwe, gezonde gewoontes. Wie gewend is om na het werk op de bank te ploffen met Netflix, zal moeite hebben om die routine te doorbreken en in plaats daarvan te gaan sporten. Onze hersenen kiezen van nature voor de weg van de minste weerstand.
Externe factoren en afleidingen
Naast interne uitdagingen zijn er ook talloze externe factoren die sporten moeilijk maken. Een drukke agenda is een van de meest voorkomende redenen waarom mensen afhaken. Werk, gezin, sociale verplichtingen en andere hobby’s concurreren met sport voor onze tijd en energie. Als sporten niet als een topprioriteit wordt gezien, schiet het er al snel bij in.
Ook het weer speelt een rol, zeker voor buitensporters. Hardlopers die in de zomer enthousiast van start gaan, merken in de herfst en winter hoe moeilijk het is om bij regen of kou de deur uit te gaan. Dit geldt ook voor fietsers en zwemmers: een kille, natte dag kan voldoende zijn om de motivatie te kelderen.
Daarnaast kan de sociale omgeving een grote impact hebben. Mensen die samen sporten met vrienden of een sportclub hebben, blijven vaker gemotiveerd. Wie daarentegen een omgeving heeft waar niemand sport, krijgt minder aanmoediging en ervaart sporten sneller als een eenzame, saaie activiteit.
De rol van biologie en energiebeheer
Tot slot speelt onze biologie een rol. Ons lichaam is geprogrammeerd om energie te besparen. In de prehistorie betekende fysieke activiteit vaak jagen of vluchten, dus energie werd niet verspild aan onnodige inspanningen. Dit verklaart waarom sporten soms als een opgave voelt: ons lichaam heeft van nature geen zin om energie te verbruiken zonder direct doel.
Daarnaast speelt vermoeidheid een grote rol. Mensen met een zittend beroep voelen zich na een lange werkdag vaak uitgeput, maar dit is mentale vermoeidheid, geen fysieke. Toch voelt het alsof je geen energie meer hebt om te sporten. Dit kan een valkuil zijn, want paradoxaal genoeg geeft beweging juist energie. Regelmatig sporten verbetert de conditie en zorgt voor een hogere energieniveau op lange termijn, maar dit is moeilijk te onthouden op het moment dat je moe bent en de bank lonkt.
Hoe kun je sporten volhouden?
Als sporten zo moeilijk vol te houden is, hoe zorg je er dan voor dat het wél lukt? Een paar strategieën kunnen helpen:
- Begin klein: Ga niet meteen vijf keer per week sporten. Start met één of twee keer en bouw langzaam op.
- Maak het onderdeel van je routine: Koppel sporten aan een bestaande gewoonte, zoals na het werk of direct na het opstaan.
- Zoek een sport die je leuk vindt: Als je sporten als een verplichting ziet, wordt het moeilijk vol te houden. Experimenteer met verschillende activiteiten tot je iets vindt waar je plezier in hebt.
- Werk met doelen en beloningen: Stel realistische doelen en beloon jezelf als je ze behaalt.
- Sport samen met anderen: Dit maakt het leuker en je voelt je sneller verplicht om te gaan.
- Wees mild voor jezelf: Een keer overslaan is geen ramp, zolang je daarna de draad weer oppakt.
Kortom, consequent blijven sporten is niet eenvoudig. Het vereist een combinatie van motivatie, gewoontevorming en een bewuste aanpak om obstakels te overwinnen. Maar met de juiste mindset en strategieën kan het wél lukken – en de beloningen op lange termijn zijn de moeite waard.